Coaching

Het woord ‘logopedie’ is samengesteld uit de Griekse woorden ‘logos’ en ‘paidein’. ‘Logos’ staat voor het gesproken woord en ‘paidein’ staat voor opvoeden/leren. Logopedie betekent dus: ‘opvoeden/leren om het gesproken woord goed te beheersen’.
Het vak logopedie houdt zich bezig met preventie, onderzoek en behandeling van logopedische stoornissen en beperkingen op het gebied van communicatie in de breedste zin van het woord.

Ik behandel problemen op de gebieden waarin ik gespecialiseerd ben en waar ik de meeste affiniteit voor voel:

Spraak

Moeilijkheden met het uitspreken van bepaalde klanken, waardoor het kind voor zijn omgeving moeilijk te verstaan en te begrijpen is. Het leren spreken kan daarnaast moeilijk op gang komen als gevolg van problemen met het programmeren, afstemmen en controleren van de bewegingen die nodig zijn voor het spreken. Een ander voorbeeld van problemen in de spraak is een verkeerde uitspraak van de /s/ klank als mogelijk gevolg van onder andere te slappe tongspieren en te weinig beheersing van de tongmotoriek (beter bekend als ‘slissen’). Ook de uitspraak van andere klanken kunnen hierbij moeiijkheden geven. Slissen gaat dikwijls samen met afwijkende mondgewoonten, zoals duim- en vingerzuigen.

Taal

Moeilijkheden in de taalontwikkeling kunnen zich voordoen in verschillende taalgebieden.
Zo kan er sprake zijn van een te kleine woordenschat en kan het begrijpen van zinnen en verhalen moeilijkheden geven (taalbegrip). Daarnaast kan een kind problemen hebben om zich in taal uit te drukken (taalexpressie) of heeft het problemen in de woordvinding. Andere problemen die kinderen met taalproblemen kunnen ervaren zijn moeilijkheden met de grammaticale regels voor woordverbuiging- en vervoegingen en zinsconstructies. Wanneer kinderen problemen heben in het taalgebruik, hebben zij moeite met het gebruik van taal in de communicatie en zijn er moeilijkheden in de communicatievoorwaarden, zoals beurtgedrag, luisterhouding en oogcontact in gesprekssituaties.
Meertalige kinderen kunnen een spraak- en taalachterstand hebben in het Nederlands. Men spreekt van twee- of meertaligheid wanneer kinderen opgroeien in een gezinssituatie waarbij de ouders verschillende moedertalen hebben en zij de kinderen vanaf de geboorte tweetalig opvoeden. Daarnaast wordt er van meertaligheid gesproken als de kinderen van anderstalige ouders thuis hun moedertaal leren en op school een tweede taal leren. Vroegtijdige onderkenning van de taalproblemen van de kinderen, bevordert de taalontwikkeling en verbetert de schoolkansen van deze kinderen.

Lezen en Spelling

Moeilijkheden met het leren lezen en spellen zijn veelal verwant aan problemen in de ontwikkeling van de auditieve vaardigheden. Voorbeelden van moeilijkheden in de auditieve vaardigheden zijn: problemen met het horen van verschillen tussen klanken, problemen met het scheiden, manipuleren en samenvoegen van klanken. Daarnaast zijn er vaak problemen met het kritisch luisteren en het auditief geheugen. Kinderen met dyslexie hebben een hardnekkig probleem met het aanleren van accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. Risicofactoren voor dyslexie kunnen vroegtijdig (voor de aanvang van het lees- en spellingsonderwijs) worden gesignaleerd en begeleid.